Lyme en lijmen

with Geen reacties

Alweer een week geleden dat de veerboot van Texel me terugbracht naar het vaste land om me weer te herenigen met mijn lieve echtgeniet. Een week, waarin ik mijn Texel ervaringen van deze keer meerdere malen grondig onder de loep heb genomen. Naast de mooie uitjes in de natuur, waarin ik onder andere weer op vogelsafari ben geweest met Klaas de Jong (in de ban van de condor; www.vogelsoptexel.nl) en zeerobben heb gespot met de Vriendschap, springt één moment er in het bijzonder uit.

Hans woont inmiddels al heel lang op Texel en kent een heel mooi plekje, dat hij me graag wil laten zien. We rijden samen naar De Koog en parkeren vóór dat de parkeerzone begint. Dat is wel wat verder lopen, maar stukken goedkoper. Zeker nu in het hoogseizoen.

Ik ben nog bezig mijn spullen uit de auto te pakken en zie Hans nog net een bospad inslaan om vervolgens uit het zicht te verdwijnen. Zo, denk ik, dat wordt aanpoten Van Vuuren. Ik doe er een schepje bovenop, maar het lukt me niet om hem in te halen. Gelukkig stopt hij bij een zandvlakte en als ik nog op geruime afstand ben roept hij: “ze zijn er niet vandaag. Te warm, denk ik”. Volgens zijn zeggen lopen er op die plek meestal prachtige fazanten en de nodige konijnen. Ik haal mijn schouders op en kom op adem. Allemachtig, dat kost me een energie… Hoe doét hij dat?? “Met of zonder fazanten”, antwoord ik, “het is evengoed een paradijsje hier”. Glunderend draait hij zich om en heeft er weer stevig de pas in. Een typisch loopje en houding die ik uit duizenden zou herkennen en waar ik van ben gaan houden. Via twee flinke valleien kom ik ongeveer vijf minuten later eveneens op het strand aan. De zee is schitterend! De zon maakt van de golven kristallen krullen die als glinsterende bubbels in de branding uit elkaar spatten en door het zand worden geabsorbeerd. In een oneindig ritme.

Achter het glas op het terras hebben we het over onze fysieke ongemakken; hij heeft al járen Parkinson en bij mij is in november 2012 de ziekte van Lyme ontdekt. We delen met elkaar wat dat voor consequenties heeft. Zowel mentaal, fysiek en emotioneel. Maar ook wat het met onze geest lijkt te doen. Hans heeft een bijzondere visie op mijn lyme. Een symboliek van de ziekte en hoe het zou kunnen komen, dat ik daar nog steeds zo mee bezig ben om vanaf te komen. Het feit, zegt hij, dat hij mij altijd maar ziet lijmen. Steeds maar bezig om de brokken weer aan elkaar te krijgen, verbintenissen te herstellen, ruzies bij te leggen, recht te doen, en ga zo maar door… Zijn woorden raken me en zijn intonatie voert me enigszins in trance. Ik staar in de verte en reis mee met het getij tot ver achter de horizon. Naar vroeger; heel lang geleden. Volgens mij heb ik al vanaf mijn geboorte het besef, dat mijn taak op deze aarde met harmonie en vrede te maken heeft. Ik heb heel wat pogingen gedaan om mijn ouders in een goede verstandhouding te krijgen of houden en uit de ruzie. Vreselijk vond (en vind) ik dat; ruzie. Ruzie betekent voor mij, dat de meningen zó botsen, dat je elkaar niet meer bereiken kunt voor korte of langere tijd. Soms zelfs… Poeh, niet aan denken! En dat het duveltje dan tevoorschijn komt die sarcastisch wordt, of hatelijk, of met de deuren gaat smijten of met pannen gooien. Ohhh, stop Van Vuuren. Terug naar Hier en Nu bij paal 17 op Texel.

Ik kijk Hans in zijn ogen en hoor nog net een welgemeend advies dat ik van hem krijg: “ik denk, dat als je stopt met lijmen, jouw lyme vanzelf overgaat”. “Dank je wel Hans. Dat neem ik mee en ga ik zeker overdenken”.

Het is een hele toer voor mij om weer terug te geraken bij de net iets verder weg geparkeerde auto. Ik plof met een diepe kreun in de auto zitting en rijd naar “huis”.

Eenmaal weer thuis in Rotterdam houdt zijn advies me aardig bezig. Stoppen met lijmen, wat houdt dat dan in voor mij? Wat versta IK onder dat “lijmen” en hoe kan dat van invloed zijn op het in stand houden van deze ziekte? Wie ben ik, zónder lijmen…

Ja, lieve lezer, lach er maar om. Maar zó serieus ben ik aan de slag gegaan. Ik heb voor mezelf de conclusie getrokken dat het “lijmen” een belangrijk deel is van mijn levensopdracht; mijn Missie. Licht laten schijnen om duistere zaken aan het licht te brengen, warmte te brengen waar kou heerst, groei bevorderen waar die stagneert, geheimen ontmaskeren die lang verborgen waren. Soms in hele diepe diepten of verre verten. En,… – en dat is het nieuwe inzicht van deze week – het onderscheid kunnen maken wat wel of niet meer te lijmen valt. Omdat het niet kan, of niet wil. En, nadat de pijn van het onvermogen genomen is, dat vervolgens kunnen loslaten en toevertrouwen aan wat groter is dan de menselijke maat. Zodat er in mezelf weer innerlijke vrede heerst.

Het was me het weekje (Texel) wel.